De oorsprong van de Sint Bernard is te vinden op de “De Hospiz” in Zwitserland, want wie kent niet de beroemde Barry! De Heilige Bernhard von Menthon stichtte het klooster, tussen Zwitserland en Italië, op de Sint Bernhardpas. Omstreeks 1700 vindt men voor het eerst een melding over het redden van gestrande reizigers door honden. Hieruit bleek destijds dat de op “de Hospiz” aanwezige honden beschikten over een natuurlijke aanleg. Lawinegevaar en sneeuwstormen voelden zij ruimschoots op tijd aan. Bovendien heeft hij een onfeilbare plaatsbepaling. Op 2 juni 1887 werd de Sint Bernard officieel als Zwitsers ras erkend. Zijn voorouders stammen af van de Romeinse Molosser, waar herdershonden, de Mastiff, de Newfoundlander en de Pyreneese Berghond ingekruist zijn.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
De Sint Bernard is één van de “reuze-rassen” en behoort tot de groep van dogachtigen. We kennen twee variëteiten: de kort- en de langhaar. De korthaar heeft een gladde harde vacht, zonder ruw aan te voelen. De langhaar heeft een vacht van gemiddelde lengte die glad tot licht golvend is. Beide variëteiten vertonen een indrukwekkend totaalbeeld: een harmonisch, krachtig en gespierd lichaam en een imposant hoofd met een opmerkzame gezichtsuitdrukking. De vacht is roodbruin, bruingeel wordt getolereerd. Er zijn zogenaamde mantelhonden, platenhonden en honden met een gescheurde mantel. In de rasstandaard staat een schofthoogte voor reuen van 70 tot 90 cm en voor teven 65 tot 80 cm. Een reu weegt circa 80 kg, een teef ongeveer 65 kg.
De Sint Bernard is van nature vriendelijk en zelfverzekerd en kent een rustig tot levendig en speels temperament. Maar hij is ook een goede waakhond. Verder is hij een grote kindervriend; hij zal ook altijd “zijn” kinderen bewaken en verdedigen. Overigens voelt hij alle gezinsleden goed aan en herkent hij het als iemand binnen het gezin het moeilijk heeft. Een consequente opvoeding is vereist anders gaat hij, binnen het gezin, zijn eigen regeltjes bepalen! Ook moet je bij de opvoeding van de Sint Bernard het nodige geduld bewaren.
De verzorging van de Sint Bernard is redelijk eenvoudig. In elk geval heeft hij regelmatig beweging nodig en kan hij, indien men dit opbouwt, lange wandelingen goed aan. Uiteraard liever in de winter dan in de zomer. Verharen doet de Sint Bernard zeker, ook de korthaar! Verstandig is om hem minimaal 1 x per week goed te kammen en te borstelen en bij de langharige variëteit op de klitten te letten. Deze vormen zich meestal achter de oren, in de zogenaamde broek en in de staart.
De rasverenigingen; Hollandsche Sint Bernard Club en Nederlandse Sint Bernard Club voor Liefhebbers en Fokkers zijn bezig met de gezondheid van de Sint bernard, langhaar. Dit is een onderdeel van het verenigingsfokreglement van elke rasvereniging. Hierin stellen zij de volgende onderzoeken verplicht voor de ouderdieren: Heupdysplasie en elleboogdysplasie.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasverenigingen.
FCI groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden
Sectie 2.2
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).