In Westfalen in Duitsland komt al heel lang een laagbenige variëteit van de Duitse Brakken voor. Er wordt aangenomen dat hij is ontstaan door mutatie en vervolgens is gekruist met de teckel, waarna een langzame drijfhond ontstond van ongeveer hetzelfde type als de Zweedse Drever.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
Een rechthoekige tamelijk laagbenige en krachtig gebouwde drijfhond.
De vacht is dicht en krachtig, met onderhaar. Het haar op de staart is enigszins langer dan dat op het lichaam.
Kleur: rood tot geel met een zwart zadel en een witte houndaftekening.
De schofthoogte van de Westfaalse Dasbrak ligt tussen de 30 en 40 cm.
Een echte langzame drijfhond met veel werkpassie.
Hij is vriendelijk en waakzaam.
FCI groep 6: Lopende honden en zweethonden
Sectie 1.3
Voor dit ras is er geen door de Raad van Beheer erkende rasverening in Nederland.