Silken Windhound

De Silken Windhound is een moderne windhond en gezelschapshond van Amerikaanse oorsprong.

DATUM VAN PUBLICATIE VAN DE DUITSE STANDAARD: 05/09/2023:

 

GEBRUIK: Ras oorspronkelijk gebruikt voor de jacht op zicht, tegenwoordig meer een gezelschapshond.

KORTE GESCHIEDENIS:

De Silken Windhound werd in de jaren 1980 ontwikkeld door Francie en Chuck Stull in hun kennel "Kristull" door selectief verder te fokken met hun oorspronkelijke foklijnen totdat ze nakomelingen van hetzelfde type voortbrachten. De drie oorspronkelijke rassen zijn Barsoi, Whippet en een langharig, whippet-achtig hondentype gefokt door de "Windsprite" kennel. Door een selectieproces van tientallen jaren op rastype, functionaliteit, gezondheid en temperament, werd de Silken Windhound gevestigd als een zelfstandig ras.

ALGEMEEN VOORKOMEN:

De Silken Windhound is een elegante, kleine tot middelgrote windhond met een zijdeachtige vacht van gemiddelde lengte. Zijn klassieke belijning en atletische bouw karakteriseren hem als een echte coursinghond. Van opzij gezien geeft hij de indruk van gratie, balans en kracht gecombineerd met uitzonderlijke loopeigenschappen.

De lichaamsbouw van de Silken Windhound wordt het best gekenmerkt door zijn fijne, platte botstructuur en soepele spieren, hij kan het best worden omschreven als "gestroomlijnd" - en mag nooit fragiel lijken.

BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:

De lichaamsverhoudingen van een Silken Windhound zijn vierkant of iets langer dan hoog.

GEDRAG/KARAKTER (TEMPERAMENT):

De Silken Windhound is een intelligente zichtjager met een evenwichtig karakter. Hoewel dit hondenras temperamentvol en vastberaden is op de jacht, gedragen de honden zich zachtaardig, beminnelijk en aanhankelijk in huis.

HOOFD:

Schedel:

Het middelmatig lange hoofd van de Silken Windhound heeft een vrij smalle schedel, die - van bovenaf gezien - geleidelijk taps toeloopt over de sterke snuit in de richting van de neus. De breedte van de snuit moet passen bij de bovenkant van de schedel.

Van opzij gezien loopt de bovenbelijning van de snuit parallel aan de bovenbelijning van de vlakke schedel met een nauwelijks waarneembare stop tussen de twee vlakken.

Aangezichtsschedel:

Het hoofd is goed gebeiteld, met een droge huid en zichtbare aderen.

Neus: De neus is zo donker mogelijk gepigmenteerd en mag aan de punt licht naar beneden wijzen.

Snuit: Sterk.

Lippen: De lippen sluiten nauw aan het droge hoofd aan. De pigmentatie van de lippen is vol

en zo donker mogelijk.

Kaken en tanden: De kaken zijn sterk om voldoende ruimte te bieden voor het relatief grote gebit.

Gebit: Volledig schaargebit.

Wangen: Weinig uitgesproken.

Ogen: De uitdrukking van de Silken Windhound is alert, vriendelijk en intelligent. De ogen zijn vrij groot, zo donker mogelijk, amandelvormig en in een lichte hoek geplaatst.

Oren: De oren zijn klein en van fijne textuur, gevouwen en in rust dicht tegen de nek gedragen. Wanneer ze opgewonden zijn, kunnen de oren half of volledig rechtop staan.

HALS:

De hals is lang en slank. Hij is licht gebogen, goed gespierd en krachtig - in geen geval een hertenhals. De hals vertoont geen keelhuid en loopt geleidelijk breder wordend symmetrisch uit in de schouder.

LICHAAM:

Bovenbelijning: De bovenbelijning loopt geleidelijk op van de schoft naar achteren, waarbij het hoogste punt van de boog die zo gevormd wordt zich bevindt ter hoogte van de laatste rib, vloeit zachtjes over de gespierde lendenen en daalt dan langzaam af over het gestrekte kruis.

Rug: De rug is kort.

Lendenen: De lendenen zijn van matige lengte, breed, gespierd en gewelfd. Het is belangrijk dat de lendenen flexibel zijn om de springgalop mogelijk te maken die Silken Windhounds laten zien wanneer ze op topsnelheid rennen.

Croupe: Lang, niet steil.

Borst: De borst is diep met een matige ribwelving.

Onderbelijning en buik: Borstdiepte bij voorkeur tot aan de elleboog. De onderbelijning stijgt dan in een sierlijke bocht naar de duidelijk opgetrokken buik. Dit creëert de typische onderbelijning van de Silken Windhound.

STAART:

Vorm: Zacht gebogen.

Lengte: lang, reikend tot onder het spronggewricht.

Houding in rust: In een lichte boog hangend gedragen.

Houding in beweging: in een lichte boog, maar nooit boven de ruglijn gedragen.

Beschrijving van de staart: De staart is lang en flexibel, met duidelijke bevedering aan de onderkant.

LEDEMATEN

VOORHAND

Schouders: De schouderbladen zijn goed naar achteren gelegd en lang en bedekt met platte spieren.

Bovenarm: Voldoende lang en goed gehoekt om de voorbenen in lijn met de schoft te brengen.

Elleboog: Draait noch naar binnen noch naar buiten.

Onderarm: De onderarmen zijn recht en sterk.

Middenvoet voor: De gewrichten zijn recht of licht gebogen met een lichte schuine middenvoet.

Voorvoeten: De voeten zijn goed gesloten met sterke, dikke voetzolen. Zowel de "hazenvoet" met langere middelste tenen als de "kattenvoet" met kortere middelste tenen zijn aanvaardbaar, waarbij de "hazenvoet" de voorkeur geniet. De nagels zijn sterk en van gemiddelde lengte.

ACHTERHAND

Algemeen voorkomen: Van achteren gezien is de achterhand iets breder dan de voorhand, goed gespierd en zonder tekenen van koehakkigheid.

Bovenbenen: goed bespierd.

Knie: Goed gehoekt.

Onderbeen: lang en goed bespierd.

Spronggewricht: goed gehoekt, breed en sterk.

Middenvoet: Kort.

Achtervoeten: De voeten zijn goed gesloten met sterke, dikke voetzolen. Zowel de "hazenvoet" als de "kattenvoet" zijn aanvaardbaar, waarbij de "hazenvoet" de voorkeur heeft. De nagels zijn sterk en van gemiddelde lengte.

Gangwerk:

De Silken Windhound beweegt zich in een rustige, moeiteloze draf, ruim uitgrijpend en met veel stuwkracht. De achterhand is iets breder dan de voorhand. Hakken zeer stabiel. Beperkte of te veel steppende beweging van de benen in het gangwerk van opzij gezien zijn foutief. Bij een snelle draf convergeren de poten in de richting van een denkbeeldige middellijn.

HUID:

Fijn, zacht, nauw aansluitend.

VACHT:

Lengte: Vacht van gemiddelde lengte, maar nooit zo lang dat het de functie als coursinghond belemmert. Langere bevedering aan de achterkant van de voor- en achterbenen, op de borst, nek en staart. De vacht op het gezicht, de voorkant van de voorbenen en de voorkant van de achtermiddenvoeten is van nature kort. Bevedering op de oren en het gezicht dragen bij aan de uitdrukking van de hond en mag niet worden verwijderd.

Textuur: De vacht is zacht en zijdeachtig van textuur. Het haar kan recht zijn, licht golvend of gekruld.

Kleur: alle kleuren en vachtaftekeningen zijn toegestaan.

GROOTTE EN GEWICHT:

Schofthoogte: Ideale maat: 47 - 60 cm

Gewicht: n.v.t.

FOUTEN:

Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de ernst waarmee de fout moet worden beoordeeld moet in juiste verhouding staan tot de mate van afwijking en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond en zijn vermogen om het werk uit te voeren dat van het ras wordt verlangd.

  • Algemeen voorkomen: te fijne, maar ook bijzonder grove botstructuur of een ronde botdoorsnede.
  • Belangrijke verhoudingen: formaat duidelijk korter of langer dan hoog.
  • Gedrag: ongegrond nerveus of angstig gedrag evenals elk teken van agressie naar mensen of andere honden.
  • Oren: oren die naar beneden hangen of typische jachthondenoren.
  • Kaken en tanden: ontbrekende tanden, onderbeet, voorbeet, tanggebit.
  • Borst: tonvormige of weinig gewelfde borstdwarsdoorsnede.
  • Bovenbelijning: rechte rug, steile croupe, te uitgesproken gewelfde rug.
  • Staart: gekruld of te hoog gedragen.
  • Vacht: zo gekruld of weelderig dat het de contouren bedekt of zo lang dat het afbreuk doet aan de bruikbaarheid van de hond als coursinghond.
  • Gang / beweging: korte pas of peddelend gangwerk. Hoge steppend, teveel zijdelingse naar binnen of buiten gerichte actie. Over het algemeen te breed of te smal gangwerk, of gebrek aan convergentie of kruisende of storende voetafwikkeling bij snellere drafactie.

 

DISKWALIFICERENDE FOUTEN

  • Agressieve of overdreven angstige honden.
  • Honden die duidelijk fysieke afwijkingen of gedragsstoornissen vertonen, moeten worden gediskwalificeerd.
  • Albinisme.

 

N.B.:

  • Reuen moeten twee ogenschijnlijk normaal ontwikkelde testikels hebben die zich volledig in het scrotum bevinden.