Screening naar elleboogdysplasie

17-03-2021


Een van de taken van de Raad van Beheer is de begeleiding van de fokkerij van rashonden en rashondenpopulaties in Nederland. Met nadruk speelt hierbij de gezondheid, het gedrag en het welzijn van zowel de individuele rashond als van de populatie een rol.

De Raad van Beheer coördineert onderzoeken naar erfelijke afwijkingen, waarbij op gestandaardiseerde wijze rashonden op bepaalde afwijkingen worden onderzocht en geclassificeerd.

De screening op elleboogproblemen (elleboogdysplasie) door middel van röntgendiagnostiek is een veel voorkomend onderzoek bij verschillende rassen. In het protocol voor elleboogdysplasie is opgenomen dat de internationale richtlijnen van de IEWG worden gevolgd, dit staat op het certificaat vermeld.

Het IEWG – International Elbow Working Group – is een internationale groep die de elleboogdiagnostiek zoveel mogelijk op een lijn brengt.

In de beoordelingen, die bij de Raad van Beheer worden geregistreerd, waren wij altijd in de veronderstelling dat wij de richtlijnen van het IEWG één op één volgden. Recent is echter aan het licht gekomen dat dit niet het geval was. De eindbeoordeling werd bij ons gebaseerd op de graad van artrose (botnieuwvorming) en niet op (een verdenking van) een primaire laesie.

Het IEWG heeft de beoordelingswijze aangepast in 2010, maar deze wijziging is toen niet bij ons in het Darwin-systeem doorgevoerd.

 

Schema:

 elleboogdysplasie score diagram

Deze aanpassing in het systeem heeft alsnog plaatsgevonden in april 2020. Vanaf dat moment hebben alle honden die verdacht waren van een primaire laesie een graad 2 gekregen en bij aanwezigheid van een primaire laesie een graad 3. Deze wijziging is vorig jaar niet met onze leden en fokkers gecommuniceerd.

De communicatie hierover naar de rasverenigingen en fokkers had directer en duidelijker moeten verlopen. Het fokbeleid van veel rasverenigingen zal waarschijnlijk nu alleen gebaseerd zijn op de artrose. Door de verandering in beoordeling lijkt het alsof er meer honden zijn met slechte ellebogen, terwijl er voor die tijd sprake was van een onderrapportage. 

De primaire laesie kent een hoge erfelijkheidsgraad en is daarmee belangrijk voor het fokbeleid. Het advies is om niet te fokken met honden met (een verdenking op) een primaire laesie.

Wij gaan de certificaten van oude uitslagen (uitgegeven tussen 2010 en 2020) niet aanpassen. Wel vragen wij de rasverenigingen om hier aandacht aan te besteden wanneer zij ED in hun fokbeleid hebben opgenomen. Het is mogelijk dat de rasvereniging de deeluitslagen meeneemt in de beoordeling van de gezondheidsresultaten. De deeluitslagen staan in Nederland altijd vermeld op het certificaat. Ook zijn de deeluitslagen zichtbaar op de website van Dutch Dog Data. Mochten er verschillen zijn dan is het certificaat altijd leidend.